Drempelonderzoek en Ouders
Alleen scholen en professionele bureaus kunnen het Drempelonderzoek afnemen. Omdat de toetsen niet (zoals bij de Doorstroomtoetsen van o.a. Cito) elk jaar opnieuw gemaakt worden, is het toetsmateriaal niet beschikbaar op deze site, het materiaal kan niet gekocht worden door particulieren.
Het is niet nodig om te oefenen voor het Drempelonderzoek. Het Drempelonderzoek heeft in elke toets vragen opgenomen die beginnen op of zelfs onder het niveau van een leerling in groep 5 van de basisschool en ook vragen die voor een leerling in groep 8 heel pittig zijn.
Scoring van het Drempelonderzoek
Uit het Drempelonderzoek komen meerdere uitslagen. De school kan helpen in de uitleg van de rapportage, zij hebben de handleiding en de school kan contact met ons opnemen. Op onze downloadpagina staat de leeswijzer voor bij de rapportage en de verantwoording die hoort bij de actuele normering.
Bij het Drempelonderzoek maken we gebruik van verschillende normeringsschalen, we doen jaarlijks normeringsonderzoek naar hele groepen eind 7 en groep 8. Op onze downloadpagina staat de actuele technische verantwoording van de normering.
De DQ-schaal waarbij alle leerlingen in een normeringsperiode samen een schaal vormen met een gemiddelde van 100 en een standaardafwijking van 15. Deze schaal wordt gemaakt per toetsonderdeel. De totale schaal (QGM) ontstaat via een gewogen gemiddelde van de onderdelen taalvorming, woordenschat, begrijpend lezen en rekenen, deze heeft een standaardafwijking van 12,5.
De DLE (didactische leeftijdsequivalent) geeft het niveau van de leerling aan in een andere schaal die loopt van ongeveer 10 tot maximaal 60. Een dle van 45 betekent dat een middelste leerling die in de maand januari in groep 7 de toets maakt deze scores behaalt. Vanaf september in groep 3 tellen we de maanden (10 per leerjaar) die de leerlingen taal- en rekenles krijgen. Een leerling in januari in groep 8 heeft 55 maanden les gekregen (didactische leeftijd) en als de DLE dan 45 is, is er sprake van een leerachterstand. Dat is niet alarmerend, want volgens deze systematiek loopt ruim 40% van alle leerlingen achter, net zoals er ook 40% is die “voor” loopt op de gemiddelde leerling. Als de achterstand groter is dan 25%, dan vond de minister het een achterstand waarbij extra zorg misschien noodzakelijk is. Sinds 2015 is de wijze van het bekostigen van zorg aangepast en kunnen samenwerkingsverbanden zelf bepalen welke criteria voor zorg gelden.
Vaak wordt het Drempelonderzoek ingezet als een onafhankelijk instrument voor het in kaart krijgen van leerlingenzorg.
Schoolverlatersadvies
Het Drempelonderzoek geeft op de rapportage een leerwegadvies. Dit is een methode onafhankelijk leerwegadvies die de school kan gebruiken bij het opstellen van het schooladvies. Maar het uiteindelijke schoolverlatersadvies van de school ontstaat op basis van het profiel (wat voor een leerling is het) en op basis van de jarenlange bevindingen op de basisschool door bijvoorbeeld het leerlingvolgsysteem. Zo kan het uiteindelijke advies van de school hoger of lager uitvallen.
Het advies van het Drempelonderzoek kan gebruikt worden bij de aanmelding naar een vo-school en bij het aanvragen van zorgindicatie lwoo - pro.